MVN Heber-Serrurecodex

2.2 De Rookloosterhypothese

Een doorbraak in het onderzoek, die nog van groot belang zal blijken, komt in 1898, al lijkt dat eerst nog een fait divers. Willem de Vreese stelde toen vast dat de enige hand in Heber-Serrure identiek was aan de hand van Brussel, KBR, 2905-09.1 Deze laatste codex bevat achterin een ondubbelzinnig eigendomskenmerk: Dit boec es der broeders van sente pauw in zonien gheheten ten roeden cloestere. De Vreese concludeerde dat ook de Heber-Serrurecodex dan in Rooklooster moest zijn geschreven. Hoewel deze redenering later problematisch zal blijken (Rooklooster bezat deze boeken wel, maar ze werden vervaardigd in Herne), is het de eerste keer dat de Heber-Serrurecodex duidelijk met een ander handschrift verbonden blijkt.

In zijn iets latere studie uit 1903 naar het boekenbezit van Rooklooster omstreeks 1400, consolideert De Vreese zijn beeldvorming rond de priorij. De vermeende situering van de aanleg van deze boeken in Rooklooster zal de vakbeoefening vervolgens nog gedurende vele decennia beïnvloeden. Belangrijk is dat hij de kopiist van de Heber-Serrurecodex inmiddels ook (onterecht) identificeert met de hand van een boekenlijst die uit Rooklooster is overgeleverd op het eerste blad van Brussel, KBR, 1351-72, waarover al bijzonder veel inkt is gevloeid in de medioneerlandistiek – ook letterlijk, trouwens, want de lijst wordt ontsierd door een grote inktvlek. Deze droeg het opschrift: Dit sijn die dietsche boeke die ons toebehoeren. De Vreese kon, dankzij zijn nieuw ontwikkelde onderzoeksinstrument, de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta, verschillende volkstalige codices aan de opsomming van Rookloosterboeken koppelen. Hij was er inmiddels bovendien in geslaagd om maar liefst vijf verschillende codices, waaronder dus de Heber-Serrurecodex, aan de lokale geestelijke toe te schrijven die hij verantwoordelijk achtte voor de boekenlijst.2 Later blijkt het oeuvre van de kopiist nog groter: Vermeeren voegde in 1961-1962 nog Cod. 12.857 (uit de befaamde Series nova van de Österreichische Nationalbibliothek in Wenen) aan de lijst met vermeende Rooklooster-producten toe.3

De Vreeses visie dat de codices uit de boekenlijst lokale producten waren uit Rooklooster is lang bepalend gebleven voor het onderzoek. Hij wordt vaak en dankbaar geciteerd in de eerste helft van de twintigste eeuw, maar nieuwe inzichten blijven veelal uit.4. In 1970 publiceerde Lievens een invloedrijk artikel over de literaire cultuur in Rooklooster5 Hij wilde verder gaan dan een strikt neutrale interpretatie van het opschrift van de boekenlijst: hij begreep het ‘toebehoeren’ als ‘ter harte gaan’: deze monniken waren geëmancipeerde voorvechters van de volkstaal en de boekenlijst was een exponent van hun democratiseringsoffensief.6 De kopiist van Heber-Serrure wordt op dat moment gezien als ‘de drijvende kracht’ van een Middelnederlandse ‘werkgroep’; in navolging van een invloedrijke tentoonstellingscatalogus uit 1970 door Deschamps, wordt hij lange tijd aangeduid als de ‘Librarius van Rooklooster’.7 Ook in zijn facsimile-editie van de Weense codex (1971) ziet Deschamps onze kopiist nog steeds aan voor de opsteller van de boekenlijst.8 De controversiële plaats van de volkstaal in Rooklooster leidde tot veel onderzoek in deze periode, met name van De Bruin, naar het ‘translatorium’ dat zich in de priorij moest gesitueerd hebben. Meer details over de geschiedenis van de Rookloosterhypothese vindt men bij Kwakkel, die ook voor verschillende manuscripten traceerde hoe zij in de priorij zijn beland.9 Pas op de valreep van het nieuwe millennium ontstond de eerste barst in deze stilaan dicht gebetonneerde visie, waarover zometeen meer. Ondertussen is ook het codicologisch onderzoek naar het handschrift zelf op gang gekomen.

  1. De Vreese 1898, 221. []
  2. Voor De Vreeses invloed, zie het historisch overzicht in Kwakkel 2002, o.m. 14-15. Op de lijst wordt overigens geen handschrift beschreven dat qua inhoud overeen zou kunnen komen met de Heber-Serrurecodex. []
  3. Vermeeren 1961-1962. Het handschrift is digitaal beschikbaar. []
  4. Kwakkel 2002, 15 (n. 6). []
  5. Lievens 1970. Vgl. Derolez 1971 (met naschrift van Lievens). []
  6. Parafrase bij Kwakkel 2002, 16. []
  7. Deschamps 1970. []
  8. Deschamps 1971. []
  9. Kwakkel 2002, 13-20 en Kwakkel 2003 (voor de routes waarlangs Herne-boeken Rooklooster hebben bereikt). []