MVN Heber-Serrurecodex

3.11 Band

Bij de restauratie in 1968 werd het handschrift gebonden in een kalfslederen band op houten borden. Het voor- en achterplat zijn gedecoreerd met een raam in dubbele filet (ca. 144 x 93mm) met daarbinnen een kleinere rechthoek in enkele filet (120 x 68 mm) gevuld met een ruitenveld (x1r en x7v in de editie).1 Het handschrift heeft vijf ribben op de rug. Onderaan de rug is een klein, groen strookje geplakt met in goudstempeling de signatuur: HS. 1374. Aan de binnenzijde is wit papier geplakt met daarop in de linkerbenedenhoek van het voorplat een papieren strookje met daarop gedrukt de tekst ‘Restauratieatelier Handschriftenafdeling universiteitsbibliotheek Gent’ en ‘1968/23’ (x1v in de editie). Hegman schrijft in 1958 dat de oorspronkelijke donkerbruine, kalfslederen band niet ongeschonden bewaard is gebleven en dat het handschrift een witte, geitenleren rug heeft die in de 19e eeuw vernieuwd werd.2 Hij merkt verder op dat van het slot alleen nog sporen bewaard gebleven zijn. Reeds in de catalogus van de handschriften van Serrure uit 1872 wordt vermeld dat de band in slechte staat is (‘anc. reliure endommagée’).3

Bij de restauratie in de 19e eeuw zijn de dekbladen losgehaald van de platten en voor- en achterin de codex gebonden. Deze zijn in de editie genummerd als x3, x4 en x5. Dekblad x4 is in het handschrift met potlood genummerd als folio 0, maar het was niet mogelijk dit in de editie zo weer te geven. Tijdens de restauratie werden ook vóór- en achteraan twee moderne papieren schutbladen aangebracht, waarvan telkens één tegen de band is geplakt (x1v, x2, x6 en x7r).

Het oorspronkelijke dekblad voorin de codex (x2 in de editie) is afkomstig uit een Latijnse codex uit de 14e eeuw.4 De tekst, geschreven in een textualis, is een commentaar op de Doctrinale van Alexander de Villa Dei.5

Het oorspronkelijke dekblad achterin de codex (x5 in de editie) bevat op de rectozijde een gecorrigeerde Franse notariële acte geschreven in een fraaie cursiva met een a in twee verdiepingen, te dateren ca. 1350.6 Een transcriptie is te vinden bij Hegman.7 De Franse tekst is aan de rand gedeeltelijk geradeerd en vervangen door een Middelnederlands excerpt, volgens Kwakkel vermoedelijk in dezelfde hand als de Latijnse tekst die op de versozijde staat.8 Het excerpt is gedeeltelijk afgesneden. Wat rest, blijkt afkomstig te zijn uit Jan van Ruusbroecs Van seven trappen, IV, 227-241.9 Omdat de tekst, voor zover wij dat overzien, niet eerder werd geïdentificeerd in de vakliteratuur, werd een diplomatische transcriptie van het fragment opgenomen als Appendix 3 hieronder. De tekst op de versozijde van dekblad x5 is geheel geradeerd en overschreven met een Latijnse tekst (textualis, 1375-1400).6 Deze tekst is in verschillende richtingen geschreven en slecht leesbaar als gevolg van het losweken van het blad van de platten. Roos in ’t Veld en Godfried Croenen identificeerden op dit blad excerpten uit Hieronymus Stridonensis, Epistolae, uit Pseudo-Eusebius Caesariensis, Epistola de morte Hieronymi en uit Manipulus florum.10

Tussen fol. 128v en 129r is zoals gezegd een kim zichtbaar die tot het dekblad behoort. Op de rectozijde van deze kim is een Middelnederlandse zin leesbaar: ‘Wie de duuele uerwinnen wilt hi moet’.

Vorige Pagina | Volgende Pagina

  1. Reynaert 1996a, 312. []
  2. Hegman 1958, 36. []
  3. Olivier 1872-1873, nr. 2563. []
  4. Kwakkel 2002, 242. []
  5. Wij danken deze identificatie aan Dr. Pieter Buellens. Een beschrijving van het fragment inclusief identificatie van de tekst door Roos in ’t Velt is ook opgenomen in Fragmentarium: https://fragmentarium.ms/description/F-7fxt/61246. []
  6. Kwakkel 2002, 243. [] []
  7. Hegman 1958, 50-51. []
  8. Kwakkel 2002, 242-243. []
  9. De Baere 2003, 125-127. Kwakkel vermoedde op basis van de boekenlijst uit Rooklooster (Brussel, KB, 1351-72) al dat de monniken een kopie van Ruusbroecs Van seven trappen in hun bezit hadden. Het excerpt op het dekblad wijst nu ook in die richting. Vgl. Kwakkel 2002, p. 26, tabel 1, nr. 7. []
  10. Meer details over de identificatie zijn te vinden in de beschrijving van In ’t Veld & Croenen 2003, te raadplegen via: https://fragmentarium.ms/description/F-z12m/6172. []