Het schrift in de Heber-Serrurecodex is een textualis van (onregel)matige kwaliteit.1 Het schrift heeft een hoge densiteit: de rijmteksten zijn op prozaregel geschreven en er zijn veel afkortingen gebruikt. Een opvallend kenmerk van het handschrift is de compacte bladspiegel: de marges werden smal gehouden en alle werken, inclusief veel opschriften, zijn als doorlopend proza genoteerd in een enkele kolom. Voor de tekst- en versscheiding maakte de kopiist gebruik van een vernieuwende tekstopmaak die werd ondersteund door een geavanceerd interpunctie-systeem. Zoals hierboven beschreven laat de versscheiding een diachrone ontwikkeling zien. Op folio 4r tot 39r worden verzen doorgaans gescheiden door een enkele punt, en af en toe door een dubbele punt. In de rest van het handschrift gebruikt de kopiist een dubbele punt als versscheiding en af en toe drie puntjes. De ductus en het formaat van het schrift variëren sterk. Op fol. 4-39r schrijft de kopiist in een grotere letter dan hij op fol. 1-3 en vanaf folio 39v doet. Het is vaak moeilijk vast te stellen of woorden gescheiden dan wel aaneengeschreven worden.
Kwakkel dateert het werk van de Tweede Partiekopiist tussen circa 1375 en 1400, maar vermoedt dat de kopiist al aan het eind van het derde kwart van de veertiende eeuw actief was. Deze datering is op drie zaken gebaseerd. In twee producten van de Tweede Partiekopiist komen gedateerde colofons voor, namelijk in handschrift Brussel, KB, 1805-08 (1395) en Wenen, ÖNB, Cod. 13.708 (1393, 1394 en 1402). Verder was de Necrologium-kopiist, waar de Tweede Partiekopiist nauw mee samenwerkte, actief vanaf ten minste 1373 tot 1396. Tot slot was een van de boeken die door de Tweede Partiekopiist gecorrigeerd werden, reeds voor 1373 in Rooklooster aanwezig, namelijk Brussel, KB, 2979. Dit blijkt uit het voorkomen van een bezittersmerk dat in Rooklooster gebruikt werd in de periode 1368-1373.2
De afzonderlijke lettervormen zijn het meest uitvoerig beschreven door Mertens. Hij schrijft: ‘gecompliceerde a, alleen ronde d, f en midden-s op schrijflijn, tamelijk eenvoudige g, ij en y, soms ook y met een puntje erboven, beide vormen van de r, samenvoegingen da (zelden), de, doe, doo (113v12), oe, oo (komt zelden voor, is doorgaans als oe gespeld), pp en tt.’3
Vorige Pagina | Volgende Pagina
- Dat het schrift van matige kwaliteit is, is volgens Kwakkel niet het gevolg van onkunde: de Tweede Partiekopiist was juist zeer ervaren in het maken van boeken: Kwakkel 2002, 103. [↩]
- Zie over bezittersmerk type 1 Kwakkel 2002, 21-24. Zie over de datering Kwakkel 2002, 90, n. 2. [↩]
- Mertens 1978, 40. [↩]