Hieronder zijn afkortingen opgelost en werd de woordscheiding genormaliseerd in de opschriften en incipits ten behoeve van de leesbaarheid. De opschriften worden kernachtig weergegeven. Indien de tekst niet expliciet naar het Heber-Serrurehandschrift zelf is uitgegeven, gaat de referentie naar een editie vooraf door ‘vgl.’.
1 [Spiegel historiael, Eerste Partie, bk. VI, kap. 7] 1r
Opschrift: Dit sijn dier liede woerde van gallen
Inc.: Die gode die eweleke leuen
Ed.: De Pauw 1903, dl. II, 171-172; vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. I, 242-243.
2 [Spiegel historiael, Eerste Partie, bk. VI, kap. 8-10] 1v-3v
Opschrift: Tullius cyceroens prouerbien
Inc.: UAn gerechtecheiden es bekent
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. I, 243-246.
3 [Spiegel historiael, Eerste Partie, bk. VIII, kap. 32-75] 4r-37r
Opschrift: Van seneca den wisen
Inc.: SEneca als wijt horen
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. I, 411-453.
4 [Spiegel historiael, Eerste Partie, bk. VIII, kap. 76] 37r-38v
Opschrift: Persius prouerbien
Inc.: SEneca endt hier ter stede
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. I, 411-454.
5 [Spiegel historiael, Eerste Partie, bk. VIII, kap. 77] 38v-39v
Opschrift: Juvenaels prouerbien
Inc.: PErcius endt hier sine tale
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. I, 454-455.
6 [Spiegel historiael, Eerste Partie, bk. VIII, kap. 78] 39v-40r
Opschrift: Stacius prouerbien
Inc.: IN desen seluen tiden mede
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. I, 455-456.
7 [Spiegel historiael, Tweede Partie, bk. I, kap. 87] 40r-42r
Opschrift: Marchus fabius quintilliaens bloemen
Inc.: Nv vanc van enen man tverstaen
Ed.: Willems 1827-1830, 463-476; De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. II, 11-15.
8 [Spiegel historiael, Derde Partie, bk. I, kap. 37-43] 42r-46v
Opschrift: Van iheronimus bloemen
Inc.: Niet en es salegher dan kersten diet
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. II, 79-86.
9 [Spiegel historiael, Derde Partie, bk. II, kap. 15] 46v-47r
Opschrift: Claudiaens bloemen
Inc.: JN des selues theodosius tiden
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. II, 106-107.
10 [Spiegel historiael, Derde Partie, bk. III, kap. 15-16] 47r-48v
Opschrift: Ambrosius bloemen
Inc.: Nv selen wi ambrosius bloemen
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. II, p. 165-167.
11 [Spiegel historiael, Derde Partie, bk. V, kap. 47] 48v-49v
Opschrift: Prospers bloemen
Inc.: Prosperes doet ons bekinnen
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. II, 330-331.
12 [Spiegel historiael, Derde Partie, bk. V, kap. 55] 49v-50v
Opschrift: Fulgentius bloemen
Inc.: JN skeisers zenons tiden was
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. II, 343-345.
13 [Spiegel historiael, Derde Partie, bk. VIII, kap. 9] 50v-51v
Opschrift: Sente ysidorus bloemen
Inc.: Nv leggen wi van den keyseren neder
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. III, 71-72.
14 [Spiegel historiael, Derde Partie, bk. VI, kap. 11-12] 51v-53r
Opschrift: Boecius bloemen
Inc.: Te dien tiden so was symachus
Ed.: vgl. De Vries & Verwijs 1863-1879, dl. II, 360-363.
15 [Spiegel historiael, Vierde Partie, bk. IV, kap. ?] 53r-57r
Opschrift: Meester huges doot ende ander dinc
Inc.: IN diaer doemen screef gereede
Ed.: De Pauw 1903, dl. II, 172-185.
16 [Spiegel historiael, Vierde Partie, bk. IV, kap. ?] 57r-60r
Opschrift: Van meester rijckarde van sente victors
Inc.: Ouersuete auonture : Hoe menegen sidi worden suere
Ed.: De Pauw 1903, dl. II, 185-193.
17 [Spiegel historiael, Vierde Partie, bk. IV, kap. ?] 61r-78v (einde op 102r)
Opschrift: Hier begennen sente bernards bloemen van goeden leuene
Inc.: BEsich wi hebben al gelaten
Ed.: De Pauw 1903, dl. II, 193-250.
18 [Rinclus] 79r-96v
Opschrift: geen
Inc.: Deus edel god vanden paradyse
Ed.: Serrure 1859-1860, 235-283; Leendertz 1893, 1-59.
19 [Die Rose; excerpt] 97r-97v
Opschrift: Dit es wanen dat de heren sijn comen
Inc.: Armoede heeft gierecheiden bracht
Ed.: Mone 1838b, 539-543; vgl. Verwijs 1868, 154-155; Snellaert 1869, Bijlage D, 704-709
20 [Boec vander wraken; excerpt] 97v-99r
Opschrift: Noch een redene […] Die vten leeken spiegel es genomen
Inc.: Hier begent die ander boec
Ed.: Mone 1838b, 539-543; De Pauw 1903, dl. II, p. 260-264; Snellaert 1869, Bijlage D, 704-709
21 [Eerste Martijn] 102r-111r
Opschrift: dierste boec vanden wapen merten
Inc.: Wapen merten hoe saelt gaen
Ed.: Verwijs 1879, 1-40; verspreide uittreksels in Gailliard 1905; Verdam & Leendertz 1918, 1-45; Van Mierlo 1954, 26-91.
22 [Tweede Martijn] 111r-113v
Opschrift: dander boec
Inc.: Slaepstu mertijn slaep dijn sin
Ed.: Verwijs 1879, 41-55; verspreide uittreksels in Gailliard 1905; Verdam & Leendertz 1918, 46-60; Mertens 1978, 108-160.
23 [Derde Martijn] 113v-119r
Opschrift: de derde boec
Inc.: IC manne metten wiuen
Ed.: Verwijs 1879, 56-76; verspreide uittreksels in Gailliard 1905; Verdam & Leendertz 1918, 61-85.
24 [Vierde Martijn] 119r-128r
Opschrift: de vierde boec
Inc.: Iacop die van mertene vant
Ed.: Serrure 1855b, 185-186 (enkele passages); Serrure 1861, p. 61-90; Hegman 1958, 56-86; De Jonge 2015.
25 [Der kerken claghe] 129r-131v
Opschrift: Dit dichte oec iacob van marlant
Inc.: In dit gedichte settic voren
Ed.: Verwijs 1879, 132-138; Verdam & Leendertz 1918, 144-115; Van Mierlo 1954, 164-179.
26 [Van der feesten; 2 excerpten] 131v-133r
Opschrift: Dits vter rolien van der feesten genomen
Inc.: Lieue her clerc hoe mach dat sijn
Ed.: Werkgroep Groningse Neerlandici 1972, 88-92 & 124-136; Vekeman 1981, 11-12 & 25-28.